2e zondag van de paastijd

KerkjaarCyclus: B

Intredelied:
406 Kondig het aan: de Heer is verrezen
415 Looft God de Heer
416 Nu moet gij allen vrolijk zijn
Antwoordpsalm:
P156 2e zondag van de paastijd - B
Alleluia-vers:
3e Alleluia — Christus, ons Paaslam
Bij de bereiding van de gaven:
404 Juicht Jahweh toe
445 Zingen zal dit huis
Communiezang:
405 Christus is verrezen
Slotlied:
442 Staat op en weest niet bang
Gregoriaans:
53 Kyriale I


Inhoudelijk aansluitend bij de evangelielezing:
- ZJ 405 Christus is verrezen (vooral str. 3+4)
- ZJ 442 Staat op en weest niet bang

Deze zondag vormt een feestelijk orgelpunt van de paasweek. Als intredezangen wijzen wij naar 416 Nu moet gij allen vrolijk zijn of 406 Kondig het aan of 415 Looft God de Heer.

We hernemen vandaag psalm 118 als antwoordpsalm, ditmaal met de bijhorende keerverzen P 156: Breng dank aan de Heer want Hij is goedgunstig. Men ook als alternatief ook lied 413 Dit is de dag nemen of lied 518 Laat ieder ’s Heren goedheid prijzen (strofen 1, 6, 8, 9).

Ter inleiding op het evangelie (na de tweede lezing) kan men één van de gesuggereerde verzen van paaszondag hernemen. Een andere mogelijkheid is dat men als alleluia-vers de vierde strofe van 405 zingt met het refrein of de eerste strofe van 415, ook met het refrein.

Lied 405 kan dan hernomen worden als communiezang, hetzij in zijn geheel, hetzij tenminste tot en met de vierde strofe.