3e zondag van de advent

KerkjaarCyclus: B

Intredelied:
112 Kwam van Godswege
119 Verblijdt u in de Heer
Antwoordpsalm:
501 Nu looft en prijst mijn ziel de Heer
595 Mijn ziel maakt groot de Heer
P227 3e zondag van de advent - B
Alleluia-vers:
3a Alleluia — Bereidt de weg des Heren
Bij de bereiding van de gaven:
104 Kom tot ons, de wereld wacht
133 Gij die aangeroepen wordt
Communiezang:
105 Omdat Hij niet ver wou zijn
120 Gij zijt een mensenzoon
Slotlied:
726 De Geest des Heren is op Hem
Gregoriaans:
68 Rorate caeli
Inhoudelijk aansluitend bij de eerste lezing: ZJ 726 De Geest des Heren is op hem

Inhoudelijk aansluitend bij de evangelielezing:
- ZJ 112 Kwam van Godswge
- ZJ 131 Bode die zijn weg bereidde
- ZJ 105 Omdat Hij niet ver wou zijn

Dat de advent een tijd van grote vreugde is, moge vooral op deze Gaudete-zondag blijken. Kunnen we dan anders beginnen dan met de intredezang 119: Verblijdt u in de Heer? De eerste lezing zegt: Ik wil jubelen en juichen in de Heer (v. 10).

De profetie van Jesaja 61 in de eerste lezing toont veel verwantschap met het Magnificat, dat ook een Blijde Boodschap is voor armen en kleinen. Wij zingen daarom als antwoordzang een deel van Maria’s loflied, met als keervers: Hoog verheft nu mijn ziel de Heer (P 227). Men kan natuurlijk ook een van de versies van het Magnificat uit Zingt Jubilate kiezen: de nummers 533, 501, 595, 748 of 565, waarvan het laatste een refrein heeft dat heel goed past bij de sfeer van deze zondag.

De communiezang 105 Midden onder u staat Hij die gij niet kent, slaat letterlijk de brug naar het evangelie (vers 26). In aansluiting bij de vraag uit het evangelie: “Wie zijt gij?” past eventueel ook lied 120 Gij zijt een mensenzoon. Ofwel kan men de aandacht opnieuw richten op de dienstknecht van God uit de eerste lezing met 726 De Geest der Heren is op hem. Met dit lied kan het moment van de zending vandaag - ter gelegenheid van de adventsactie Welzijnszorg – een bijzonder accent krijgen.