2e zondag van de veertigdagentijd

KerkjaarCyclus: B

Intredelied:
701 Hoe lief’lijk, hoe goed
720 Door de wereld gaat een woord
Antwoordpsalm:
P152 2e zondag van de veertigdagentijd - B
Vers voor het evangelie:
3c Barmhartig de Heer
3d Lof en eer zij U
Bij de bereiding van de gaven:
309 Zo spreekt de Heer
521 De Heer richt op zijn berg
Communiezang:
322 Uit Oer is hij getogen
325 Die in de hoogte woont
Slotlied:
403 Gij zijt in glans verschenen


Inhoudelijk aansluitend bij de eerste lezing: ZJ 322 Uit Oer is hij getogen

Inhoudelijk aansluitend bij de tweede lezing:ZJ 531 God die ons heeft voorzien

Inhoudelijk aansluitend bij de evangelielezing: ZJ 325 Die in de hoogte woont

Van de woestijn en de beproeving naar de Tabor en de verheerlijking. Deze tweede zondag biedt ons reeds een paasvisioen. De intredezang spreekt over het verlangen naar de ontmoeting met de Heer: Hoe lieflijk, hoe goed is mij, Heer, het huis waar Gij uw naam en eer hebt laten wonen ... Wat zou mijn hart nog liever wensen dan dat het juichend U ontmoet (701). In het evangelie zal Petrus het verlangen uitspreken om dicht bij Jezus te zijn en te blijven. Men kan de viering ook openen met het lied 720 Door de wereld gaat een woord. Dan verwijst men al naar het verhaal over Abraham in de eerste lezing.

Het Oude Testament blijft deze zondag staan bij Abraham die naar de Moriaberg trekt om er het offer van zijn zoon te brengen. In de verzen van de antwoordpsalm 116B kunnen we de reactie herkennen van Isaäk die aan de dood is ontsnapt: Ik mag weer leven onder Gods oog in het land van de levenden (P 152). Men kan als alternatief ook lied 322 kiezen: Uit Oer is hij getogen. Als men het lied niet volledig zingt, dan toch in ieder geval de zesde en laatste strofe waar het gaat over ons, kinderen van Abraham. Op het einde roept de tekst een visioen op dat reeds kan doen denken aan het gebeuren op de Tabor.

Als inleiding op het evangelie kan men op deze zondag eventueel de laatste strofe zingen van lied 403 Gij zijt in glans verschenen.
De communiezang kijkt vaak terug naar het evangelie. Ons liedboek bevat enkele mooie liederen die het visioen op de Tabor vertolken: Gij zijt in glans verschenen voor altijd ... ons straalt uw heerlijkheid (403), Die in de hoogte woont (325) en Staat op en weest niet bang (442). Vooral dit laatste lied heeft echt het karakter van een zending.