29e zondag door het jaar

KerkjaarCyclus: A

Intredelied:
520 Heer, onze Heer, hoe heerlijk en verheven
776 Stem die ons roept
Antwoordpsalm:
P127 29e zondag door het jaar - A
Alleluia-vers:
4h Alleluia — Uw woorden, o Heer, zijn geest en leven
Bij de bereiding van de gaven:
528 Gedenken wij dankbaar
564 Weest niet bezorgd
Communiezang:
519 Zingt een nieuw lied voor God de Here
Slotlied:
767 Alle eer en alle glorie

Om ons bewust te maken van de aanwezigheid van de Heer in de gebedsruimte waar wij samenkomen, kunnen we als intredezang lied 520 nemen: Heer, onze Heer, hoe heerlijk en verheven hebt Gij uw Naam op aarde uitgeschreven. Het lied 776 Stem die ons roept is een alternatief. In drie strofen schetst het de band tussen ons vieren en de levenswijze die uit de liturgie zou moeten groeien.

De Bijbel is er grondig van overtuigd dat God alles te boven gaat: ‘Ik ben de Heer, en niemand anders’ zegt de eerste lezing. De profeet Jesaja laat de Heer zelf aan het woord om aan zijn gezalfde te zeggen dat deze van Hem zijn eretitel ontving en dat Hij en niemand anders, de Heer en God is. Antwoordpsalm 96 laat deze gedachte verder klinken en roept op om de Heer te prijzen: Huldigt de Heer om zijn glorie en macht (P127).

Als communiezang past vandaag bijvoorbeeld lied 767 Alle eer en alle glorie waarin Vader, Zoon en Geest worden bezongen. Ofwel een lied dat heel verwant is met de antwoordpsalm: 519 Zingt een nieuw lied ... Interessant is hier dan de vierde strofe die een echo geeft op het evangelie: Hij komt zijn koninkrijk hier stichten, zijn heil en zijn gerechtigheid.