7e zondag door het jaar

KerkjaarCyclus: A

Intredelied:
534 Wie naar het altaar gaat
735 Zomaar een dak boven wat hoofden
Antwoordpsalm:
P180 7e zondag door het jaar - A
Alleluia-vers:
4e Alleluia — Ik ben de goede herder
Bij de bereiding van de gaven:
548 Zo lief heeft God de wereld
766 Brood zal ik u geven
Communiezang:
309 Zo spreekt de Heer
Slotlied:
710 Vergeef, o Heer, dat duizendvoud

Het intredelied 534 Wie naar het altaar gaat is geïnspireerd op enkele verzen uit het evangelie van vorige zondag. Vandaag zetten we de lezing uit de Bergrede verder. Centraal staat vandaag de oproep tot vergeving naar Gods maat: zijn barmhartigheid gaat ons menselijke begrip te boven.

Dat besef wordt schitterend verwoord in de mooie antwoordpsalm 103, met als keervers: De Heer is steeds barmhartig, zijn genade onbeperkt (P 180).

De oproep van Jezus om de vijand te beminnen komt expliciet terug in strofe 3 van lied 309 Zo spreekt de Heer. Men kan deze samen met de vierde strofe voorzien als communiezang. Lied 548 Zo lief heeft God de wereld maakt duidelijk dat de bron van de onderlinge liefde te vinden is in Gods liefde voor de mens, zoals die aan het licht is gekomen in Jezus.