Palmzondag
KerkjaarCyclus: A
Intredelied:
351 De koning van de vrede365 Glorie, lof en eer aan U
366 Laat ons als weleer
Antwoordpsalm:
P23 Palmzondag - ABCVers voor het evangelie:
10j Naar U verhef ik mijn handenBij het lijdensverhaal:
351 De koning van de vrede352 Naam van Jezus die ten dode
353 Met de boom des levens
355 Wie zal voor God verschijnen
357 Van allen verlaten
361 Mijn volk, wat heb Ik u gedaan
382 De Zoon, die voor de eeuwen
Bij de bereiding van de gaven:
372 Jezus, om uw lijden grootCommuniezang:
360 Christus heeft voor ons geleden364 Jezus Christus is het beeld van God
370 Alles wat over ons geschreven is...laatste dagen
Gregoriaans:
73 Hosanna74 Pueri Hebraeorum portantes
75 Pueri Hebraeorum vestimenta
Inhoudelijk aansluitend bij de tweede lezing: ZJ 364 Jezus Christus is het beeld van God
De eigen kleur van deze dag vraagt om een aantal specifieke gezangen. Men vindt een aantal aanduidingen voor de liedkeuze in het altaarmissaal. De gregoriaanse gezangen van de Goede Week vindt men terug in het Graduale Romanum. Bij de plaats waar men de palmtakken uitdeelt en de palmprocessie vormt, zingt men bij voorkeur 366: Laat ons als weleer de kinderen der Joden een zegeweg bereiden voor de Heer. Tijdens de palmprocessie (eventueel de intredeprocessie in de kerk) zingt men Glorie, lof en eer aan U (365) en Naam van Jezus die ten dode op het hout geschreven zijt (352) of ook nog De Koning van de vrede (351).
Bij het binnengaan van het kerkgebouw aan het einde van de processie kan men de derde en de vierde strofe zingen van het lied Zingt een nieuw lied (519): “Hosanna voor de grote koning…de Heer die bij ons intocht houdt.” Het mag een feestelijke verwelkoming zijn van de Heer, die als koning de stad van zijn lijden binnenkomt om ons te verlossen.
Tijdens de dienst van het woord nemen wij na de lezing over de lijdende Dienaar als antwoordzang de grote psalm van Goede Vrijdag: psalm 22 (21). Deze is als beurtzang terug te vinden onder nr. 368: God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten? Ofwel kan men het keervers P 23 gebruiken. Een andere mogelijkheid is het lied: Christus heeft voor ons geleden (360), of ook Waarom ben ik verlaten? (376).
De tweede lezing is de beroemde hymne uit de brief aan de Filippenzen. Daarom stippen wij uitzonderlijk ook hier een antwoordzang aan: 352 Naam van Jezus die ten dode. Men zou deze lezing eigenlijk rechtstreeks zingend kunnen uitvoeren met één van de liederen 364 of 508, die berijmingen zijn van deze hymne.
Wie dit wenst, kan tussen de grote gedeelten van het passieverhaal vandaag enkele keren een strofe voorzien van De Zoon die voor de eeuwen (382) of Wie zal voor God verschijnen (355) of Jezus, om uw lijden groot (372). Men kan ook na het verhaal van Jezus’ dood en de stille gebedspauze (vóór de laatste paragraaf van het passieverhaal) sober zingen: Van allen verlaten (357).
Tijdens de communie kan men best het grote lied zingen dat voor dit begin van de Goede Week is bestemd: Alles wat over ons geschreven is, gaat Gij volbrengen, deze laatste dagen (370). Een andere mogelijkheid is: Jezus om uw lijden groot (372) of opnieuw Christus heeft voor ons geleden (360).
De eigen kleur van deze dag vraagt om een aantal specifieke gezangen. Men vindt een aantal aanduidingen voor de liedkeuze in het altaarmissaal. De gregoriaanse gezangen van de Goede Week vindt men terug in het Graduale Romanum. Bij de plaats waar men de palmtakken uitdeelt en de palmprocessie vormt, zingt men bij voorkeur 366: Laat ons als weleer de kinderen der Joden een zegeweg bereiden voor de Heer. Tijdens de palmprocessie (eventueel de intredeprocessie in de kerk) zingt men Glorie, lof en eer aan U (365) en Naam van Jezus die ten dode op het hout geschreven zijt (352) of ook nog De Koning van de vrede (351).
Bij het binnengaan van het kerkgebouw aan het einde van de processie kan men de derde en de vierde strofe zingen van het lied Zingt een nieuw lied (519): “Hosanna voor de grote koning…de Heer die bij ons intocht houdt.” Het mag een feestelijke verwelkoming zijn van de Heer, die als koning de stad van zijn lijden binnenkomt om ons te verlossen.
Tijdens de dienst van het woord nemen wij na de lezing over de lijdende Dienaar als antwoordzang de grote psalm van Goede Vrijdag: psalm 22 (21). Deze is als beurtzang terug te vinden onder nr. 368: God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten? Ofwel kan men het keervers P 23 gebruiken. Een andere mogelijkheid is het lied: Christus heeft voor ons geleden (360), of ook Waarom ben ik verlaten? (376).
De tweede lezing is de beroemde hymne uit de brief aan de Filippenzen. Daarom stippen wij uitzonderlijk ook hier een antwoordzang aan: 352 Naam van Jezus die ten dode. Men zou deze lezing eigenlijk rechtstreeks zingend kunnen uitvoeren met één van de liederen 364 of 508, die berijmingen zijn van deze hymne.
Wie dit wenst, kan tussen de grote gedeelten van het passieverhaal vandaag enkele keren een strofe voorzien van De Zoon die voor de eeuwen (382) of Wie zal voor God verschijnen (355) of Jezus, om uw lijden groot (372). Men kan ook na het verhaal van Jezus’ dood en de stille gebedspauze (vóór de laatste paragraaf van het passieverhaal) sober zingen: Van allen verlaten (357).
Tijdens de communie kan men best het grote lied zingen dat voor dit begin van de Goede Week is bestemd: Alles wat over ons geschreven is, gaat Gij volbrengen, deze laatste dagen (370). Een andere mogelijkheid is: Jezus om uw lijden groot (372) of opnieuw Christus heeft voor ons geleden (360).