Allerheiligen

KerkjaarCyclus: C

Intredelied:
551 De heiligen, ons voorgegaan
552 Voor de toegewijden
Antwoordpsalm:
P31 Allerheiligen - ABC
Alleluia-vers:
4h Alleluia — Uw woorden, o Heer, zijn geest en leven
Bij de bereiding van de gaven:
739 Als gij naar de woorden luistert
773 Uw woord, Heer, heeft een wond’re kracht
Communiezang:
560 Zalig zij die Jezus’ naam belijden
723 Zalig zij die zich op de Heer verlaten
724 Om eenvoudigen van geest
Slotlied:
751 Ik zie de hemel opengaan
918 Eens komt de grote zomer
Gregoriaans:
54 Kyriale VIII


Vandaag richt de liturgie haar blik heel wijd op de communio sanctorum, de gemeenschap van alle heiligen, de menigte die niemand tellen kan en waarover gelezen wordt uit het boek van de Apocalyps. Als intredelied stellen we voor: De heiligen, ons voorgegaan, hebben hier niets verworven, maar zijn aan ‘t einde van hun baan als vreemdeling gestorven. Maar zij geloofden dat Gods hand ... in ‘t beter hemels vaderland een stad voor hen bereid had (551).

Het keervers van antwoordpsalm 24 verwijst naar het beeld van de heiligen die staan voor Gods troon: Dit is het geslacht dat staat voor het aanschijn van God (P 31). Ook lied 718, helemaal geënt op Apocalyps, past natuurlijk heel goed op dit moment: Een schare die niemand kan tellen.

Echo’s op de eerste lezing zijn verder te vinden in de liederen 751 Ik zie de hemel opengaan en 717 Wie ons zijn voorgegaan.

Het evangelie van Allerheiligen is de passage van de zaligsprekingen. De heiligen hebben daarvan hun levensprogramma gemaakt: zij waren er de levende illustratie van. De communiezang slaat de brug met het evangelie. Men kan kiezen voor een ‘gezongen herhaling’ van het evangelie, met lied 560: Zalig zij die Jezus’ naam belijden of de liederen 723 Zalig die zich op de Heer en 724 Om eenvoudigen van geest. Ofwel zingt men een lied dat spreekt over de hoop op de voltooiing van de schepping, zoals Eens komt de grote zomer (918) of Ik zie de hemel opengaan (751).