15e zondag door het jaar

KerkjaarCyclus: C

Intredelied:
567 Een smekeling, zo kom ik tot uw troon
758 Jij die bent
Antwoordpsalm:
P213 15e zondag door het jaar - C
Alleluia-vers:
4j Alleluia — Maak ons hart ontvankelijk, Heer
Bij de bereiding van de gaven:
759 Heeft niemand U gezien?
774 Voor mensen die naamloos
Communiezang:
594 Wie oren om te horen heeft
Slotlied:
763 Als jij wil, zal ik jou dienen

Het is de zondag van de Barmhartige Samaritaan! Jezus geeft een altijd nog actuele interpretatie van de wet over de liefde tot God en tot de naaste. Als intredezang kunnen we dan ook een loflied zingen op de wet: Een smekeling, zo kom ik tot uw troon; …Al uw geboden zijn gerechtigheid (567). In een ander mogelijk openingslied 758 Jij die bent wordt de band gelegd tussen de godsnaam en de oproep om voor anderen te gaan leven.

De antwoordpsalm 69 verwoordt zowel het gebed van de arme in nood als een oproep om op Gods redding te vertrouwen. P 213 zegt: “Gij, nederigen van hart, zoek de Heer”.

Jezus heeft 'de wet' voorgehouden met een prachtige parabel. Zo is de eeuwenoude wet helemaal nieuw vervuld. De communiezang 594 bezingt opnieuw de liefde tot God (2de strofe) en tot de naaste (3de strofe) als de kern van de wet: Wie oren om te horen heeft, hore naar de wet die God hem geeft. Heel anders van stijl is het biddende lied 759 Heeft niemand U gezien? In drie strofen wordt de verborgen aanwezigheid van Christus opgeroepen, ondermeer in “ieder mens die geeft of vraagt of die een kruis van zorgen draagt”. Nog een laatste suggestie is lied 763 Als jij wil zal ik jou dienen. Hierin spreekt de zingende gemeenschap de naaste zelf aan, en drukt ze haar bereidheid uit om te dienen zoals Jezus.