Die chaos schiep tot mensenland
t.: Huub Oosterhuis (° 1933) / m.: Joost Termont (° 1962), 2003
Een meerstemmige zetting van dit lied is te vinden in het Geestelijk liedboek van de lage landen
De kracht van Gods Woord, de kracht van het Schriftwoord is de inhoud van dit lied. Het Schriftlied bevat drie strofen, netjes afgezoomd door een samenvattend refrein. Drie terreinen waar het Woord krachtig klinkt - verleden, heden en toekomst - geven aan de werkelijkheid een andere dimensie.
Het scheppende Woord brengt orde in de chaos. Het grote avontuur van God met zijn mensen begint: zijn verbond met ons krijgt concreet vorm. Meteen valt het woord trouw (strofe 1). Het mensenleven dat een doorlopende zoektocht naar liefde is, wordt afgestemd op het Woord, dat Gods liefde ook bezingbaar maakt: Hij is het Licht dat nooit dooft (strofe 2). Het Woord Gods klinkt vooral daar waar geen mensenwoord nog overleeft. Het Schriftwoord spreekt in de duisternis van de dood. Ook hier krijgt de realiteit door het Godswoord een nieuwe dimensie. Oosterhuis begint zijn lied met Gods trouw, en eindigt ermee (strofe 3). Melodie in functie van het Woord
Dit lied kreeg van Joost Termont een eerder bescheiden melodisch verloop. Het Woord is op zich al krachtig genoeg. Of Joost het zo bedoelde is niet duidelijk, maar zou de modulatie, halfweg de strofe, een eigen muzikale invulling zijn van het Woord dat nieuw maakt? In het refrein – dat niet als dusdanig aangegeven wordt - respecteert Joost het samenvattende karakter van de tekst. In een stevige, hooggestemde muzikale conclusie wordt elke strofe samenvattend besloten. Het verrassende is zeker dat de aanvangsmodule van het refrein drieledig is. Het vervolg is terug, zoals het hele lied, binair. Dit is zeker een lied om herhaaldelijk te lezen – en om halt bij te houden.
(Ignace Thevelein)
Achtergronden
Liedbespreking van Luc Van Meerssche
Een meerstemmige zetting van dit lied is te vinden in het Geestelijk liedboek van de lage landen
De kracht van Gods Woord, de kracht van het Schriftwoord is de inhoud van dit lied. Het Schriftlied bevat drie strofen, netjes afgezoomd door een samenvattend refrein. Drie terreinen waar het Woord krachtig klinkt - verleden, heden en toekomst - geven aan de werkelijkheid een andere dimensie.
Het scheppende Woord brengt orde in de chaos. Het grote avontuur van God met zijn mensen begint: zijn verbond met ons krijgt concreet vorm. Meteen valt het woord trouw (strofe 1). Het mensenleven dat een doorlopende zoektocht naar liefde is, wordt afgestemd op het Woord, dat Gods liefde ook bezingbaar maakt: Hij is het Licht dat nooit dooft (strofe 2). Het Woord Gods klinkt vooral daar waar geen mensenwoord nog overleeft. Het Schriftwoord spreekt in de duisternis van de dood. Ook hier krijgt de realiteit door het Godswoord een nieuwe dimensie. Oosterhuis begint zijn lied met Gods trouw, en eindigt ermee (strofe 3). Melodie in functie van het Woord
Dit lied kreeg van Joost Termont een eerder bescheiden melodisch verloop. Het Woord is op zich al krachtig genoeg. Of Joost het zo bedoelde is niet duidelijk, maar zou de modulatie, halfweg de strofe, een eigen muzikale invulling zijn van het Woord dat nieuw maakt? In het refrein – dat niet als dusdanig aangegeven wordt - respecteert Joost het samenvattende karakter van de tekst. In een stevige, hooggestemde muzikale conclusie wordt elke strofe samenvattend besloten. Het verrassende is zeker dat de aanvangsmodule van het refrein drieledig is. Het vervolg is terug, zoals het hele lied, binair. Dit is zeker een lied om herhaaldelijk te lezen – en om halt bij te houden.
(Ignace Thevelein)
Achtergronden
Liedbespreking van Luc Van Meerssche
Beluisteren