Verborgene naar wie ik tast
t.: Sytze de Vries (° 1945) / m.: “Il me suffit de tous mes maulx”, Claudin de Sermisy, 1529 uit: “Trente et quatre chansons”. Op deze melodie maakte Hertog Albrecht von Preussen (1490-1568) in 1547 de tekst: “Was mein Gott will, das g’scheh allzeit”, isometrische versie uit “Christliche und tröstliche Tischgesänge” van Joachim Magdeburg, 1572. Deze versie van de melodie werd door J.S. Bach gebruikt in deel 6 van Cantata BWV 144.