2e zondag van de advent

KerkjaarCyclus: B

Intredelied:
115 De nacht loopt ten einde
Antwoordpsalm:
P110 2e zondag van de advent - B
Alleluia-vers:
3a Alleluia — Bereidt de weg des Heren
Bij de bereiding van de gaven:
124 Bevrijd ons, Heer
Communiezang:
112 Kwam van Godswege
131 Bode die zijn weg bereidde
Slotlied:
129 Wij wachten op de koning
Gregoriaans:
68 Rorate caeli


De liturgie van deze zondag heeft iets van een bazuinstoot. De vreugdebode brengt een boodschap van hoop: “Uw God is op komst!”. De sfeer van deze dag wordt mooi vertolkt door de intredezang 115: De nacht loopt ten einde, de dag komt dichterbij ... onverwacht komt de Mensenzoon, de morgenster.

Als antwoordpsalm voorziet het lectionarium enkele verzen uit één van de typische adventpsalmen, psalm 85, met als keervers de bede: Toon ons, Heer, uw barmhartigheid en schenk ons uw heil (P 110). Een gelijkaardige toon vinden we in het vertrouwde Nu mag uw land onder uw glimlach liggen (771), met vooral strofen 4 en 5. Een nog minder bekend lied is 109 Er komt gehoor voor onze nood, waarin ook Gods reddende komst wordt aangezegd.

Naast Jesaja is er die andere grote adventsprofeet, Johannes de Doper, die vandaag en volgende zondag in het evangelie centraal staat. Met hem begint werkelijk de Blijde Boodschap zoals het eerste vers van het evangelie onderstreept. Zeker op deze adventszondag is het Alleluia-vers 3a bijzonder aangewezen: het verwoordt de kern van Johannes’ boodschap.

De roepstem van Johannes blijft doorklinken in de communiezang die wij (misschien in dialoog met een solist die de woorden van Johannes de Doper voorzingt) vandaag zingen: Kwam van Godswege een man in ons bestaan (112). Een andere keuzemogelijkheid is lied 131 Bode die zijn weg bereidde schetst in de eerste strofen een portret van de Doper. Strofen 3 en 4 leggen de band met ons leven: Helemaal opnieuw beginnen, niet meer zondigen voortaan. Anders leven, anders denken, kunnen wij die droom wel aan?