19e zondag door het jaar

KerkjaarCyclus: A

Intredelied:
540 Heer, onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig
756 Wij komen als geroepen
Antwoordpsalm:
P111 19e zondag door het jaar - A
Alleluia-vers:
4g Alleluia — Uw woord is een lamp
Bij de bereiding van de gaven:
364 Jezus Christus is het beeld van God
776 Stem die ons roept
Communiezang:
593 Ga in het schip
Slotlied:
768 Wij reizen rusteloos

De bewondering voor de Zoon van God die onverwachts op ons toekomt en ons bij de hand neemt (vgl. het evangelie), klinkt al door in de intredezang 540. Waar Petrus in het evangelie zegt: ‘Als Gij het zijt, zeg mij dan dat ik over het water naar U toe moet komen’, daar zingen wij: Heer, onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig en hoe onzegbaar ons nabij …

De Heer was niet in de hevige storm noch in de aardbeving of het vuur maar in het suizen van een zachte bries, aldus het mooie verhaal over de Godsontmoeting van de profeet Elia. In antwoordpsalm 85 klinkt de verwachting door van Elia, na een periode van ernstige crisis: Toon ons uw barmhartigheid, Heer (P 111).

Een communiezang die in de vierde en vijfde strofen helemaal op het evangelie van deze zondag is geschreven, vormt: Ga in het schip ...; Wandelt Gij als een schim over het meer ... Spreek dat de wind het hoort! Kom, dat het water knielt, bij ons aan boord (593).