17e zondag door het jaar

KerkjaarCyclus: A

Intredelied:
427 Laat groot en klein
701 Hoe lief’lijk, hoe goed
Antwoordpsalm:
P164 17e zondag door het jaar - A
Alleluia-vers:
4j Alleluia — Maak ons hart ontvankelijk, Heer
Bij de bereiding van de gaven:
567 Een smekeling, zo kom ik tot uw troon
569 God die leven hebt gegeven
Communiezang:
734 Wij bidden U om vrede
809 Here Jezus, om uw woord
Slotlied:
813 Wat God doet, dat is welgedaan

Lied 701 Hoe lieflijk, hoe goed is een intredezang die op verschillende zondagen gekozen kan worden. Als wij echter vandaag ook de vijfde strofe zingen, is er al een vergelijkingspunt met het evangelie van deze zondag: want zoals men alles wil prijsgeven om de schat, verborgen in de akker, te verwerven, zo kan de psalmist in de intredepsalm ook zingen dat één dag in het huis van de Heer beter is dan duizend dagen elders.

Zoals vorige zondag sluit de antwoordpsalm 119 perfect aan bij de prachtige meditatie uit het eerste boek der Koningen: de wijsheid is meer waard dan rijkdom en lengte van dagen. Die wijsheid is te vinden in Gods Wet: Hoezeer is uw wet mij lief, Heer (P 164).

Voor de communiezang wordt een lied gesuggereerd dat meestal bij de intrede een plaats krijgt. Vandaag zingen wij het hier omwille van de tweede strofe die nog eens kernachtig de dragende gedachte van eerste lezing en evangelie zingend herhaalt: Here Jezus om uw woord ... Ons gevoel en ons verstand zijn zo zonder klaarheid als uw Geest de nacht niet bant, ons niet stelt in ‘t licht der waarheid (809). Ofwel kiest men voor lied 734 Wij bidden U om vrede, waarvan de tweede strofe luidt: Wij bidden U om wijsheid en vragen U om licht dat mensen ogen opent en op elkander richt.