4e zondag door het jaar

KerkjaarCyclus: A

Intredelied:
578 Volk van God
774 Voor mensen die naamloos
Antwoordpsalm:
P216 4e zondag door het jaar - A
Alleluia-vers:
4g Alleluia — Uw woord is een lamp
Bij de bereiding van de gaven:
207 Voor kleine mensen
528 Gedenken wij dankbaar
Communiezang:
560 Zalig zij die Jezus’ naam belijden
723 Zalig zij die zich op de Heer verlaten
Slotlied:
724 Om eenvoudigen van geest

Een zeer gepaste intredezang voor deze zondag lijkt wel het lied 578 Volk van God zijn wij hier samen … Gij roept ons bij onze namen, Gij onze vreugde … Dit lied bevat eigenlijk al een hele theologie van de wekelijkse zondagsviering: het samenkomen van het volk van God, door God samengeroepen – ieder bij zijn naam – om in vreugde feest te vieren. Bovendien kondigt dit lied al de woorddienst en de breking van het brood aan: Woord zult gij spreken, brood zult Gij breken

Maar er is nog meer: de eerste lezing neemt de gedachte van het volk Gods weer op. Sefanja heeft het over ‘de rest van Israël’, een ootmoedig en bescheiden volk. Het keervers bij antwoordpsalm 146 vormt een mooie brug van de eerste lezing naar het evangelie: Zalig de armen van geest want aan hen behoort het Rijk der hemelen (P 216).

De communiezang 560 is de mooie en bekende echo op de zaligsprekingen van het evangelie: Zalig zij die Jezus’ naam belijden. Dat behoeft verder geen commentaar. Andere bewerkingen van de zaligsprekingen zijn 723 Zalig zij die zich op de Heer verlaten en 724 Om eenvoudigen van geest. Lied 774 Voor mensen die naamloos sluit dan weer beter aan bij de eerste lezing.