Sacramentsdag

KerkjaarCyclus: B

Intredelied:
528 Gedenken wij dankbaar
545 Wij willen samen vieren
Antwoordpsalm:
P155 Sacramentsdag - B
Alleluia-vers:
4a Alleluia — Ik ben het levende brood
Bij de bereiding van de gaven:
526 Al wat er nodig is
547 Het brood in de aarde
Communiezang:
535 Het brood, het goede brood
673 De hemel reikt ons leeftocht aan
Slotlied:
766 Brood zal ik u geven


Inhoudelijk aansluitend bij de evangelielezing: ZJ 526 Al wat er nodig is om te bestaan

Een heel mooie intredezang voor dit hoogfeest is uiteraard 545: Wij willen samen vieren de daden van de Heer, wij willen samen zitten rond de tafel van de Heer. Het lied verbindt op een treffende wijze de eucharistie met de weg door het leven: Door de vlakten van het leven hebt Gij, Heer, uw volk geleid (eerste strofe), spreekt vervolgens over tarwe en druivenranken als eucharistisch voedsel en drank (tweede strofe), over de dienaren die gezonden worden om ons te voeden en te laven met het brood en de druiven (derde strofe) die voor ons waarlijk levend brood en heilig bloed zijn (vierde strofe). De laatste strofe wijst terug naar de gedachte waarvan is uitgegaan: de eucharistie onthult ons de diepste zin van het leven, het is een echte levensbron voor al wie door de woestijn trekt van dit leven.

Men kan natuurlijk ook bij de intrede lied 528 zingen: Gedenken wij dankbaar de daden des Heren. De laatste strofen daarvan kondigen dan reeds het evangelie aan met het bericht over het Laatste Avondmaal.

In het Exodus-verhaal van de eerste lezing worden brand- en slachtoffers teken van Gods verbond met zijn volk. Zo zijn ook het gebroken brood en de geperste druiven van de eucharistische tafel voor ons teken van het nieuwe en onverbrekelijke verbond dat God met ons aangaat. Door daarvan te eten en te drinken treden wij binnen in zijn verbond: het is sterven om te leven. Met de woorden van antwoordpsalm 116B drukken wij onze bereidheid uit om deze weg te gaan: De beker des heils zal ik nemen, aanroepen de naam van de Heer (P 155). Ook lied 921 Gestorven graan legt het verband tussen de tekens van brood en wijn en ons leven: daarom is dit gebaar: gebroken brood, gedronken wijn een overvloed van leven, een teken ons gegeven. Het Alleluia-vers 4a, Ik ben het levende brood voor het leven van de wereld, sluit goed aan bij het vers in het lectionarium. Als communiezang past zeker op deze dag een lied dat handelt over de eucharistie. Mogelijkheden zijn bijvoorbeeld lied 673 De hemel reikt ons leeftocht aan of 766 Brood zal Ik u geven.