33e zondag door het jaar

KerkjaarCyclus: B

Intredelied:
556 Wachters van de tijd
919 Het mensenvolk dat in het duister leeft
Antwoordpsalm:
P8 33e zondag door het jaar - B
Alleluia-vers:
4h Alleluia — Uw woorden, o Heer, zijn geest en leven
Bij de bereiding van de gaven:
907 Eens als de bazuinen klinken
927 De Heer verschijnt te middernacht
Communiezang:
918 Eens komt de grote zomer
Slotlied:
929 Het einde aller dingen is nabij


Inhoudelijk aansluitend bij de tweede lezing: ZJ 360 Christus heeft voor ons geleden

Op deze novemberzondagen gaat de aandacht van de liturgie heel bijzonder naar de verwachting van de wederkomst van de Heer. Vandaar de oproep tot waakzaamheid in de intredezang 556: Maakt de tafel klaar want de bruidegom komt spoedig met zijn vreugde overvloedig.

In de eerste lezing kondigt de profeet Daniël in een visioen de eindtijd aan wanneer de doden worden opgewekt tot eeuwig leven of tot eeuwige schande. In de antwoordpsalm klinkt de stem door van de gelovige die niet met angst naar de toekomst kijkt, maar zich in vrede aan Gods zorg toevertrouwt: Behoed mij, God, tot U neem ik mijn toevlucht (P 8). Men kan ook het motief van de eindtijd hernemen in lied 907 Eens als de bazuinen klinken.

Ook in de communiezang wordt vandaag het perspectief op de toekomst uitdrukkelijk geopend: Eens komt de grote zomer ... God zal zich openbaren (918) of Het einde aller dingen is nabij (929).