32e zondag door het jaar

KerkjaarCyclus: B

Intredelied:
924 Ik sta voor u in leegte en gemis
930 Een mens te zijn op aarde
Antwoordpsalm:
P201 32e zondag door het jaar - B
Alleluia-vers:
4h Alleluia — Uw woorden, o Heer, zijn geest en leven
Bij de bereiding van de gaven:
569 God die leven hebt gegeven
Communiezang:
590 De eersten zijn de laatsen
Slotlied:
751 Ik zie de hemel opengaan
Gregoriaans:
Greg Graduale Romanum
Het evangelie over het offer van de arme weduwe wijst op de innerlijke gesteltenis van het hart. Ook het verhaal van de weduwe van Sarefat uit het eerste boek der Koningen spreekt over iemand die werkelijk ‘arm van geest’ is. Als intredezang brengen de liederen 924 Ik sta voor U in leegte en gemis en 930 Een mens te zijn op aarde ons in de juiste sfeer van deze zondag.

De verzen uit de antwoordpsalm 146 sluiten zoals vaak onmiddellijk aan bij de eerste lezing. De steun die God geeft aan ‘wees en weduwe’ zet aan tot een lied van dankbaarheid: Loof nu, mijn ziel, de Heer (P 201). Deze palm vindt men ook in berijmde vorm terug in lied 583. Vooraal de vijfde strofe alludeert op de hongerigen die door de Heer gespijzigd worden: Hongerige, Hij wil u spijze bereiden.

'De arme weduwe heeft het meest geofferd', zo zegt het evangelie. Daarom kunnen we ook op deze zondag als communielied zingen: De eersten zijn de laatsten ... Veracht dan niet de kleinen ... want God noemt hen de zijnen (590). Ook lied 751 spreekt van de ‘ommekeer’ die God bewerkt: Ik zie de wereld omgekeerd, het laagste bovenaan (str. 2).