27e zondag door het jaar

KerkjaarCyclus: C

Intredelied:
529 Gij, dienaars aan de Heer gewijd
775 Die licht is, bron van leven is
Antwoordpsalm:
P123 27e zondag door het jaar - C
Alleluia-vers:
4g Alleluia — Uw woord is een lamp
Bij de bereiding van de gaven:
531 God die ons heeft voorzien
766 Brood zal ik u geven
Communiezang:
714 Weet gij waarmee het koninkrijk
Slotlied:
768 Wij reizen rusteloos

We stellen een typische intredezang voor die eigenlijk toch al een band heeft met de woorddienst. Daar is sprake van de trouw en de volharding van de rechtvaardige (eerste lezing) en van de trouwe knecht (evangelie) voor wie de dienst voor zijn Heer vanzelfsprekend is: Gij, dienaars, aan de Heer gewijd, zegent zijn naam te allen tijd … zingt tot zijn eer met luider stem en heft uw handen op naar Hem (529). Ook lied 775 Die licht is, bron van leven is past bij het thema van het vertrouwen: “Wij houden vast aan Hem die kwam”.

De antwoordpsalm 95 keert de openingszin van de eerste lezing radicaal om, met de oproep: Luistert heden naar Gods stem (P 123).

Zoals vaak kan de communiezang een mooie echo vormen op het evangelie: Weet gij waarmee het koninkrijk zich vergelijken laat? Een zaadje, klein, onooglijk, een mosterdzaad (714). Een andere mogelijkheid is het lied 768 Wij reizen rusteloos. Het bereidt de zending voor en maakt de overgang van de ‘onrust’ uit de eerste lezing naar het diepe vertrouwen dat er “een eind komt aan de moeiten van weleer”.