18e zondag door het jaar
KerkjaarCyclus: C
Intredelied:
514 Zolang er mensen zijn op aarde707 Indien de Heer het huis niet bouwt
Antwoordpsalm:
P115 18e zondag door het jaar - CAlleluia-vers:
4k Alleluia — Heer Jezus, ontsluit voor ons de SchriftenBij de bereiding van de gaven:
547 Het brood in de aardeCommuniezang:
569 God die leven hebt gegevenSlotlied:
927 De Heer verschijnt te middernacht
“Wat is een mens zonder God?”: zo zouden wij deze zondagsliturgie kunnen samenvatten. De intredezang kan deze gedachte reeds aankondigen met de psalmberijming (uit psalm 127): Indien de Heer het huis niet bouwt, bouwen vergeefs de knechten (707).
De lezing uit het boek Prediker relativeert alle menselijke zorgen en tobben. Aansluitend wijst de antwoordpsalm 90 (89) op de broosheid van het leven. Tegelijkertijd wordt echter het vertrouwen op God uitgedrukt in het keervers: “Gij, Heer, zijt steeds onze toevlucht geweest” (P 115).
Als communiezang is er eerst en vooral lied 569 God die leven hebt gegeven: “Niet voor schuren die niet duren, gaaft Gij vruchtbaarheid … Wil dan geven dat ons leven zelf ook vruchtbaar zij”. Een tweede, even mooie keuze is het lied van de bestendige waakzaamheid: De Heer verschijnt te middernacht … maar zalig hij die toch reeds wacht (927). Dit sluit goed aan bij vers 20 uit het evangelie: “Nog deze nacht komt men je opeisen!”
De lezing uit het boek Prediker relativeert alle menselijke zorgen en tobben. Aansluitend wijst de antwoordpsalm 90 (89) op de broosheid van het leven. Tegelijkertijd wordt echter het vertrouwen op God uitgedrukt in het keervers: “Gij, Heer, zijt steeds onze toevlucht geweest” (P 115).
Als communiezang is er eerst en vooral lied 569 God die leven hebt gegeven: “Niet voor schuren die niet duren, gaaft Gij vruchtbaarheid … Wil dan geven dat ons leven zelf ook vruchtbaar zij”. Een tweede, even mooie keuze is het lied van de bestendige waakzaamheid: De Heer verschijnt te middernacht … maar zalig hij die toch reeds wacht (927). Dit sluit goed aan bij vers 20 uit het evangelie: “Nog deze nacht komt men je opeisen!”