11e zondag door het jaar

KerkjaarCyclus: B

Intredelied:
514 Zolang er mensen zijn op aarde
575 Zolang er mensen zijn op aarde
825 Licht dat ons aanstoot in de morgen
Antwoordpsalm:
P118 11e zondag door het jaar - B
Alleluia-vers:
4f Alleluia — Het woord is nabij
Bij de bereiding van de gaven:
526 Al wat er nodig is
531 God die ons heeft voorzien
Communiezang:
714 Weet gij waarmee het koninkrijk
Slotlied:
937 Het graan slaapt in de aarde


Inhoudelijk aansluitend bij de evangelielezing: ZJ 714 Weet gij waarmee het koninkrijk

God doet het zaad kiemen en de aarde vrucht dragen. Dat is een geloofsbelijdenis die al van bij de intredezang mag doorklinken: 514 of 575. Zolang er mensen zijn op aarde, zolang de aarde vruchten geeft, zolang zijt Gij ons aller Vader … Gij voedt de vogels in de bomen. Gij kleedt de bloemen op het veld. Dit lied dat in de meeste gemeenschappen goed gekend is, kan op deze zondag een feestelijke aanhef zijn en een juiste sfeerschepping om de boodschap van deze dag in ons op te nemen.

De antwoordpsalm is vandaag genomen uit psalm 92 en herneemt het beeld uit Ezechiël van de boom die vruchten draagt. Het keervers drukt de reactie uit van Israël en van de kerk tegenover de goedheid van God: Hoe heerlijk is het de Heer te prijzen (P 118). Dezelfde psalm vinden we terug onder 553. Vooral de 6de en 7de strofen sluiten goed aan bij de profeet Ezechiël: de Heer zal een nederig twijgje verheffen: Gij zult de eer verhogen van wie vernederd wordt … Zoals de cederbomen op de Libanon, zo staan bij de levensbron de nederige vromen.

De communiezang dat wij ook evangeliezang kunnen noemen, is speciaal voor dit zondagsevangelie geschreven, het lied van het mosterdzaadje: 714 Weet gij waarmee het koninkrijk zich vergelijken laat? Een zaadje! Als dit lied niet gekend is kan men eventueel een ander lied zingen rond de thematiek van het zaad dat groeit, zoals 937 Het graan slaapt in de aarde.